Oorspronkelijk werd hij in het Lake District ingezet om schaapskuddes te beschermen tegen vossen. En nog steeds staat de staart van een Lakeland Terriër alert overeind en horen de V-vormige oortjes alles. Nieuwsgierig, enthousiast en soms een tikkeltje bemoeizuchtig, verkent deze ruwharige
rakker de wereld. Paspoort Naam: Lakeland Terriër Rasgroep: Terriër Bouw: Compacte, krachtige bouw,
sterke, korte rug, hoogbenig. Opvallend: V-vormige oren die
alert reageren. Schofthoogte: hooguit 37 centimeter. Gewicht: Reu 7,7 kilo, teef 6,8 kilo. Vacht: Dikke, ruwe vacht die bestaat uit een boven- en een ondervacht. Kleuren: Zwart met een roestbruine aftekening (black and tan), blauw met
een roestbruine aftekening (blue and tan), rood, tarwekleurig, leverkleurig, roodgrijsachtig, blauw of zwart. Aard: Vrolijk, scherpzinnig, alert,
zelfverzekerd, trouw, lief voor kinderen. Leeftijd: Gemiddeld 13-14 jaar. Verzorging: Twee tot drie keer per jaar de vacht trimmen. Met de hand strippen is het mooist, zo komen de structuur en de kleur het best tot hun recht. Wanneer er telkens een laag haar wordt gestript, ontstaat er een mooie ‘rolling coat’. Herkomst: Dit werkras is ontstaan in het Lake District in noordwest-Engeland. Rasvereniging: Nederlandse Lakeland Terriër Club. Fokker: Er zijn in Nederland drie fokkers; u vindt ze op de site van de rasvereniging. Meer informatie over de honden uit deze reportage vindt u op www.thesoundingburrows.nl, de naam van de kennel van Medea Dekker. Tip: Medio 2014 verschijnt van Medea Dekker een boek over het opvoeden van Terriërs. Het staat vol met tips en trucs: ‘De terriër, over landhaaien, springveren, vliegende piranha’s, jakkeraars en andere terror verschijnselen’. Tekst Mirjam Enzerink Fotografie Pauline Joosten
