Geen puin op het ruiterpad, s’il vous plaît

Anne Bonthuis

2 maart 2013

Een jaar geleden brengen we een gezellige avond door in de feestzaal van het naburige dorp. En zoals dat gaat bij een lekker glas wijn, raak je aan de praat met dorpelingen die je nauwelijks kent. De man naast mij aan tafel kende ik als een aannemer uit de buurt. Eduardo was zijn voornaam, van Portugese oorsprong, zoals veel mensen in de Franse bouwbedrijven. Eigenlijk had ik Eduardo altijd beschouwd als een beetje een sneue figuur met een klein bedrijfje dat maar net het hoofd boven water kon houden. Ik zag hem altijd zelf keihard meewerken en ook zijn gammele, oude vrachtwagentje maakte weinig indruk. We hadden het heel gezellig, hij bleek vrijwel iedereen in het dorp te kennen. Tot mijn verbazing hoorde ik hem ook steeds vaker zeggen dat hij ‘eigenaar’ was van allerlei huizen die ter sprake kwamen. “Ach, weet je, Hélène, vanwege die pandjes die ik hier en daar heb gekocht, noemen ze me vaak De Baron. Ik heb vaak mijn spaargeld in een nieuw pand gestoken om mijn jongens aan het werk te houden.”

Zo zeg, had ik me even in die man vergist… De Baron nog wel! We kletsten nog even verder tot hij me met een onschuldige gezicht vroeg: “Zeg, die groepen ruiters op witte paarden, zijn dat soms gasten van jullie?” Ja, natuurlijk, iedereen in het dorp kent onze paarden. Vaak zwaaien we naar Eduardo en zijn mannen als ze ergens op een dak aan het werk zijn. “Hebben jullie soms ook dat bord neergezet op het pad langs de boerderij van Duflot?” Ik ging acuut rechtop zitten. In een flits besefte ik dat ik hier tegenover de ongrijpbare figuur zat, die ik al maandenlang haatte. Eduardo was dus degene geweest die ons hele ruiterpad vol puin had gestort!

Een van onze paardrijroutes loopt over een prachtig onverhard pad. Op zekere dag liepen we er tegen een berg grof bouwpuin aan, dat daar was gestort. We kregen onze paarden wel zover om voorzichtig over het puin te stappen, maar fijn was het niet. Een week later was de berg puin nog eens verdubbeld. We stapten naar het gemeentehuis om het euvel te melden en men beloofde ons vriendelijk de schuldige op te sporen en het pad weer netjes te maken. Helaas, het duurde niet lang voordat de puinberg verdriedubbeld was. De paarden durfden er niet meer langs. Dit keer beloofde de locoburgemeester, een aardige dame, ons dat er strenge maatregelen zouden worden getroffen. Maar ook daar was niet van te merken, terwijl de puinberg bleef groeien. Moest ik dan naar de gendarmerie gaan?

Uiteindelijk besloten we tot een individuele actie over te gaan, zij het niet gewelddadig. We schilderden een bord met daarop een tekst die vriendelijk doch dringend verzocht geen puin meer te storten, s’il vous plaît, omdat onze paarden niet meer langs het pad konden. Het bord pootten we pontificaal bij de berg. En ja, het hielp. Niet alleen werd er niet meer gestort, van de ene op de andere dag was de berg puin over zo’n vijftig meter verspreid en volledig platgereden. Er was zelfs keurig een laagje aarde aangebracht!

We dronken nog een glas en mopperden over incompetente ambtenaren. We hadden het nog lang gezellig, mijn vijand en ik

Nu wist Eduardo me op het feestje ter vertellen dat er nimmer iemand van de gemeente contact met hem had opgenomen over dit probleem. Sterker nog: ze hadden hem zelf gevraagd om een modderige deel van het pad te verharden met puin. De gemeentetractor was echter al maanden in de reparatie en daarom was het puin niet platgereden. Maar zodra hij het bord had gelezen, had hij de plaatselijke boer gevraagd om het pad weer begaanbaar te maken. We dronken nog een glas en mopperden eensgezind over incompetente ambtenaren. We hadden het nog lang gezellig, mijn vijand en ik.

WORD ABONNEE

Recente editie


Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



Meer Overig