Nu de grond nog warm is en de zomerbollen zijn gerooid, mogen de lentebollen de grond in. Feest zijn krokussen, narcissen, tulpen en hyacinten, in al hun variaties. Ook een aan-rader zijn de ‘verwilderingsbollen’: eenmaal geplant bloeien ze elk jaar steeds rijker. De bekendste is het sneeuwklokje (Galanthus, februari/maart), maar er zijn er veel meer. Om er een paar te noemen: sneeuwroem (Chionodoxa, februari/maart), dwergiris (Iris reticulata, februari/maart), buishyacint (Puschkinia, februari/april), sterhyacint (Scilla siberica, maart/april), lenteklokje (Leucojum vernum, maart/april), knikkend vogelmelk (Ornitho-galum, maart/april), kievitsbloem (Fritillaria meleagris, april/mei), hondstand (Erythronium, april/mei) en Zuid-Afrikaanse korenlelie (Ixia, juni/augustus). Fotografie Rob van der Vet Tekst Ans van Aalst Styling Jet Krings