De kamerlinde: frisgroene beauty in huis

Groen, groener, groenst – dat gaat wel op voor de kamerlinde, de Sparrmannia africana. Zijn bladeren zijn ook nog eens lekker groot en donzig zacht. Een fijne huisgenoot, al zij het wel eentje met een gebruiksaanwijzing.

Afrikaanse roots

De kamerlinde komt uit Afrika en wordt ook wel Afrikaanse hennep genoemd. Hij groeit daar op rotsachtig terrein bij beekjes, en wordt tot zo’n 6 meter hoog. Hij werd eerst ingedeeld bij de lindefamilie (de Tiliaceae), maar inmiddels bij de kaasjeskruidfamilie (de Malvaceae).

Fris qua bladeren en bloemen

De kamerlinde verwisselt zijn donzige frisgroene bladeren jaarlijks. Hij bloeit als hij enkele jaren oud is. Voor die bloei heeft hij een fijne timing: vanaf januari tot zo ongeveer april. Hij bloeit met trosjes hagelwitte bloemen – met kleurrijke accenten dankzij de gele en dieprode meeldraden. Die verspreiden een zoetige geur en openen zich wanneer je ze aanraakt. Dat is hun manier om het stuifmeel zo goed mogelijk aan te bieden aan bijen.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door broodenbloemen (@broodenbloemen) op 5 Nov 2019 om 5:36 (PST)

Niet de makkelijkste

Makkelijk is de kamerlinde niet. Hier volgt zijn eisenlijstje:

• Veel licht, géén felle zon. Ondanks zijn Afrikaanse roots houdt deze plant juist niet van hitte. Je kan hem in de woonkamer houden, als je van het type bent dat de verwarming op max 20 graden zet. Zet hem anders liever in een koelere ruimte, zoals een hal of slaapkamer.
• Bij tijden dorstiger. Hoeveel dorst hij heeft verschilt per periode. Enkele maanden voor en tijdens zijn bloei wil hij meer water – dus vanaf september tot ongeveer april zo’n tweemaal per week. Je helpt hem door uitgebloeide bloemen te verwijderen, die kosten hem alleen maar energie. Na zijn bloei gaat hij enkele maanden in standje rust, dan volstaat eenmaal per week. Houd goed in de gaten dat de bodem niet doordrenkt raakt, dan gaan zijn wortels rotten.
• Tweewekelijkse douche. De kamerlinde kan niet tegen een droge lucht. Besproei hem zo’n tweemaal per week – tenzij je hem op bijvoorbeeld de badkamer zet. Een regenbuitje geldt ook als aangename douche, mits het niet te warm of koud is buiten.
• Bijvoeren. Aan water alleen heeft deze plant niet genoeg, voed hem bij met plantenvoeding – vooral wanneer hij bloeit.

De kamerlinde is weliswaar niet de makkelijkste – het is wél handig dat hij zijn ongenoegen uit. Worden de bladeren geel of vallen ze er zelfs af, dan weet je dat hij niet happy is. En dat je iets moet aanpassen qua plek of hoeveelheid water. Gele bladeren betekenen vaak dat hij meer water of voeding belieft.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Sabine/ Buro Binnenhuis (@sabine_buro_binnenhuis) op 13 Jun 2018 om 5:40 (PDT)

Snoeien en verpotten

De kamerlinde is een linde en kan dus behoorlijk groot worden. Tenzij je een heel hoog plafond en alle ruimte hebt, moet je hem dus snoeien. Dat doe je door de nieuwe scheuten te toppen, dan maakt hij weer zijtakjes aan. Op die manier groeit hij ook wat meer in de breedte in plaats van in de hoogte, en oogt hij wat voller. Je moet deze plant ook verpotten, zeker eenmaal per jaar. Doe dat nadat hij gebloeid heeft. Je kan overwegen hem vervolgens in de tuin te zetten – op een plek uit de volle zon uiteraard. Wil je zo snel mogelijk een volle linde in je huiskamer, dan kun je hem in de herfst nog een keer verpotten.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Janneke (@janneke.ursem) op 25 Jan 2020 om 1:53 (PST)

Zo’n frisgroene huisgenoot kweken of kopen

Je kan de kamerlinde zelf zaaien, in speciale zaaigrond en bij een hoge temperatuur (dus in een kas). Hem stekken kan ook, zet dan een scheut in een glas water zodat hij wortels ontwikkelt. De kamerlinde zelf is bij de meeste plantenzaken te koop, bijvoorbeeld bij Intratuin. Hij is er ook in minivorm, de Sparmannia africana ‘Nana’. Deze dwergkamerlinde groeit minder rap én is eerder happy – dus hij bloeit makkelijker. OMSLAGBEELD: @pleun_dg BEELDEN: ISTOCK | INSTAGRAM