Waterkers is een kieskeurig gewas en gedijt alleen in loepzuiver water. De Belgische kwekerij Sint-Lucie teelt de plantjes dan ook al generaties lang met water uit de gelijknamige bron. Als telg van de grote familie van de kruisbloemigen (Brassicaceae) is de witte waterkers (Nasturtium officinale) die wij graag eten het halfbroertje van radijs en mosterd, maar ook van groene kool en broccoli. Het plantje met zijn gepeperde smaak is niet alleen erg lekker, het is ook erg gezond. En dat was rond 400 voor Christus al bekend. Zo beschreef Hippocrates de goede eigenschappen van waterkers en prees hij het sap van het plantje aan als verjongingselixer. In de volksgeneeskunde was waterkers vooral populair door zijn bloedzuiverende, bloeddrukverlagende werking; daarom werd het ingezet als remedie tegen allerlei kwaaltjes. Waterkers zit dan ook boordevol vitamines en bevat meer vitamine C dan sinaasappels. Naast sporenelementen, ijzer en magnesium is het vooral de antioxidant sulforafaan (een zwavelmolecuul dat zorgt voor de scherpe smaak) die de groente de status van ‘superfood’ heeft gegeven. De stof beschermt het lichaam tegen vrije radicalen en zou preventief werken tegen kanker. Wilde waterkers Met uitzondering van Antarctica komt het plantje vrijwel overal op aarde in het wild voor. Toch is wilde waterkers bij ons niet zo snel in de vrije natuur te vinden. Dat komt omdat het plantje nogal hoge eisen stelt aan de waterkwaliteit en alleen gedijen wil in loepzuiver bronwater dat ontspringt uit een kalkrijke bodem. Niet verwonderlijk, dat het Engelse platteland met zijn krijtrotsen een paradijs is voor de wilde waterkers, dat in dikke dekens langs oevers van snelstromende beken woekert. ! Verwerk waterkers altijd zo snel mogelijk na aankoop en bewaar de bosjes in een natte doek in de koelkast. Hier vindt u een aantal recepten met waterkers.