Stroopwafels zijn heel vertrouwd. Toch weten de meeste mensen er niet zo veel van. Hoe oud is deze beroemde koek? Wat zit er allemaal in? Hoe worden ze gemaakt? Kun je ze wel zelf bakken, en hoe dan? En wat kun je er nog meer mee doen? Dat lees je allemaal in het boek De wereld van de stroopwafel. Seasons geeft je alvast een leuke zelfmaker.
Nodig (voor 6 stuks)
- 6 stroopwafels
- 250 gram marsepein
- Cacaopoeder
- Klein doosje eetbaar goudpoeder (bij gespecialiseerde taartenwinkel)
- 150 gram lichtgroene smeltchocolade
- Bonte chocolinzen
- Hagelslag of gedroogde munt
- Mooi lint
- Knoflookpers
- 6 mooie kopjes of bekers
Werkwijze
Deel de marsepein in twee delen en leg een deel apart. Rol voor het vogeltje een bolletje, ongeveer zo groot als het lijf van het vogeltje. Vorm de bol tot een kegel, de puntige kant wordt de staart. Maak van de bolle kant nek en hoofd. Vorm een klein puntje tot snavel. Maak van nog een beetje marsepein twee kleinere en een grotere driehoek en duw ze als vleugels en staartje op de vogel. Breng met een schoon fijn kwastje wat eetbaar goudpoeder aan op het vogeltje. Vermeng de marsepein die over is goed met ¼ theelepel cacaopoeder tot de massa egaal bruin is. Maak er met de knoflookpers bruine sliertjes van. Zet de stroopwafels klaar. Smelt de gekleurde chocolade au bain-marie en strijk met een keukenkwast een rondje van chocolade op de stroopwafels. Leg wat van de geperste bruine marsepeinsliertjes als nestje op de chocolade. Zet het vogeltje op de rand van het nest. Leg een paar bonte chocoladelinzen ernaast. Strooi wat hagelslag of gedroogde munt als takjes om het nest. Zet de stroopwafel op een mooi kopje of beker. Strik net onder de stroopwafel een lintje om de beker.
Styling en bereiding: Ulrike Schmidt
