Stroopkoeken zijn heerlijk knapperig, en bovendien makkelijk zelf te maken. Met deze bloemenvariant schijnt de zon aan tafel!
Ingrediënten (voor 25 koeken)
Koeken
- 250 gram boter
- 250 gram witte basterdsuiker
- Snufje zout
- 1 ei
- 8 gram bakpoeder
- 475 gram tarwebloem
Stroop
- 200 gram blanke stroop
- 125 gram lichte basterdsuiker
- 100 gram boter
- 1 theelepel kaneelpoeder
Versiering
- Extra kaneelpoeder
- Fijn zeefje
- Sjablonen
Bereiding
Meng de boter, suiker, zout en het ei goed met elkaar. Meng het bakpoeder met de bloem en zeef over het botermengsel. Kneed het deeg kort door. Laat het 1 uur bij kamertemperatuur rusten onder een doek. Smelt de blanke stroop, de basterdsuiker en de boter met elkaar in een pannetje totdat alle suiker is opgelost. Voeg de kaneelpoeder toe en roer goed door. Laat het geheel zachtjes pruttelen tot het wat dikker wordt. Laat iets afkoelen.
Strooi wat bloem op een schoon werkblad en rol het deeg 1 tot 2 mm dik uit. Let op dat het deeg overal even dik is. Steek de koeken met een metalen uitsteker van 10 cm ø uit en leg de helft op een apart bakblik. Versier deze koeken (de helft van wat straks een dubbele wordt) met behulp van verschillende decoratiesjablonen met kaneelpoeder. Leg een ronde sjabloon met het midden van het patroon op het midden op de stroopkoek en zeef de kaneel er zo voorzichtig en gelijkmatig mogelijk overheen. Neem de sjabloon voorzichtig af.
Bak de koeken met de onversierde helften in de voorverwarmde oven op 170 ˚ C in circa 10-13 minuten goudbruin. Haal de koeken uit de oven en laat even afkoelen. Bestrijk een niet versierde helft met stroop, leg een versierde helft erop en druk voorzichtig aan. Zet ze op een rooster om helemaal af te koelen.
Tip! In een luchtdicht blik blijven de koekjes dagen lang knapperig.
Dit recept komt uit: De wereld van de stroopwafel
Receptuur: Ulrike Schmidt
Fotografie: Neeltje Kleijn
Styling: Annemieke Paarlberg
