De rijkdom van een simpele radijs

Anne Bonthuis

2 maart 2013

Wat is er het eerst te oogsten in een moestuin? De radijsjes. Hier in Frankrijk hebben we van die elegante langwerpige radijsjes die half wit en half rozerood zijn. Om te zien heel anders dan die Hollandse rode bolletjes, maar met dezelfde smaak. Tenzij ze uit de moestuin komen en binnen tien minuten op je bord liggen, dan proef je iets héél anders!

Op de verpakking staat dat ze na vier weken geoogst kunnen worden, maar dat is verkoop-onzin. Het duurt zes weken voordat je de eerste koudegrond-radijs van enige omvang hebt. In dit deel van het land, onder de Loire, kun je ze in het prille voorjaar al zaaien, dus dat blije moment waarop je het eerste resultaat van al dat omspitten, harken en zaaien proeft is begin april. De eerste radijs veeg je gewoon aan je broek af en eet je ter plekke op, staande in de voorjaarszon. La vie est belle, non?

Een paar dagen later heb je een schaaltje vol. Van de Fransen leerden we de allerlekkerste manier om radijsjes te eten: met rauwe ham en koude boter. Het is even wennen, zeker voor een boterhammensmeerder als de Bataven (zo noemen de Fransen de Nederlanders vaak!). Er ligt een klont koude roomboter naast de radijsjes, daarnaast staat een schaal met dikke plakken rauwe ham. Dunne plakjes rauwe ham worden door de Galliërs gezien als krenterig. Vooral de door de boeren zelf gedroogde ham kan heel stevig, zeg maar taai zijn, maar toch kauwt eenieder vrolijk op die dikke plakken. Degenen met een kunstgebit, veel voorkomend hier in de buurt, mummelen de boel zacht. En dan pak je een radijsje en stopt die in je mond, samen met een stukje koude boter. Vreemd ja, maar wel lekker. En vervolgens eet men een stuk stokbrood op, zonder boter. Tartiner, oftewel besmeren, is een moderne nieuwigheid voor mensen uit de stad. Je doet hooguit confiture op je stukje stokbrood, ’s morgens. En dat doop je dan in de café au lait. Een Franse vriend van ons beweert overigens dat een stuk uitlopende camembert, vastgeplakt op een hap brood en vervolgens in ochtendkoffie gedoopt, een fantastisch middel is tegen een kater.

De eerste radijs veeg je gewoon aan je broek af en eet je ter plekke op

Om nog even terug te komen op de radijsjes: ze zijn belangrijk voor de Fransman. Niet alleen eten Fransen er gemiddeld een stuk meer van dan mensen in omliggende landen, radijs staat in zekere zin voor geld, voor rijkdom. Van iemand die volledig door z’n geld heen is en geen stuiver meer bezit, zegt men: “Il n’a plus un radis.” Een belabberde situatie, want een bosje radijs kost tenslotte weinig.

In dat kader heb ik me ooit eens heel erg rijk gevoeld. Jaren geleden, toen we nog een heel grote moestuin hadden, liep een van onze Nederlandse gasten op hoge hakjes tussen de rijen groenten door. Ze bewonderde van alles, stond halverwege stil, sloeg haar hand voor haar mond en zei bewonderend: “Nou, uw radijsjes staan er wel héél patent bij!” Ik keek langs haar wijzende vinger en zag wat ze bedoelde. Een anderhalf kilo zware voederbiet, gezaaid om onze melkkoe af en toe een plezier te kunnen doen, stak half boven de grond uit. Je hebt gele en rode voederbieten en de rode hebben dezelfde kleur als radijsjes. Plus een groen kroontje bladeren. Ik glimlachte alleen maar.

Rijk zijn met een reuzenradijs. Oui, la vie est belle!

WORD ABONNEE

Recente editie


Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



Meer Overig