Taartjestoren

seasons

1 oktober 2009

Voor 8-10 personen of ongeveer 35-40 kleine cakejes Ingrediënten:

  • 250 gram zachte boter (+ extra om in te vetten)
  • 250 gram witte basterdsuiker
  • 5 eieren
  • 250 gram patentbloem (gezeefd)
  • rasp van ¼ citroen
  • snufje zout
  • 2 deciliter water
  • 200 gram suiker
  • 2 theelepels oranjebloesemwater
  • 200 gram witte chocolade
  • 1 granaatappel

Extra nodig:

  • mini-muffinvorm of roosjevormpjes

Verwarm de oven voor op 175˚ C. Klop met een elektrische mixer de boter met de suiker romig en wit. Klop er een voor een de eieren door. Schep de bloem, de citroenrasp en het zout door het botermengsel. Vet de vormpjes in en verdeel het cakebeslag over de vormpjes – vul ze voor 3/4. Houd de rest van het beslag achter. Bak de cakejes in het -midden van de oven in 15-20 minuten gaar en lichtbruin. Neem ze uit de oven, laat ze iets afkoelen en haal ze uit de vorm. Laat ze helemaal afkoelen op een rooster. Herhaal dit met de rest van het beslag. Breng het water aan de kook en roer er de suiker door. Blijf roeren tot de suiker helemaal is opgelost. Kook de siroop in tot de helft en voeg het oranjebloesemwater toe. Laat de siroop iets afkoelen. Breng in een pannetje water aan de kook en zet een kom op de pan. De kom mag het water niet aanraken. Draai het vuur uit en breek de chocolade in kleine stukjes in de kom. Doe er een deksel op en laat de chocolade zachtjes smelten. Doop intussen de cakejes een voor een in de suikerstroop en stapel ze op tot een toren. Snijd de granaatappel doormidden en haal er voorzichtig de rode pitjes uit. Druppel met een lepel de chocolade over de taartjestoren en strooi er de granaatappelpitjes over.

WORD ABONNEE

Recente editie


Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



Meer Nagerecht