Sinaasappel-amandelcake Voor 1 cake
- 2 grote sinaasappels
- 5 eieren
- 250 gram gemalen amandelen
- 220 gram suiker
- 5 milliliter (2 theelepels) bakpoeder
- gezeefd poedersuiker, voor het bestrooien
Vet een springvorm van 22 cm in doorsnee licht in en bekleed de bodem met bakpapier. Boen de sinaasappels af onder warm stromend water om het waslaagje te verwijderen. Leg de hele sinaasappels in een pan en giet er zo veel water bij dat ze net onderstaan. Kook de sinaasappels 1 uur. Haal ze met een schuimspaan uit de pan en laat ze afkoelen. Verwarm de oven voor op 180 ˚C. Snijd de afgekoelde sinaasappels in een diep bord in vieren en verwijder de pitten. Pureer de sinaasappels, met schil en al, in een keukenmachine of blender. Klop in een grote kom de eieren met de mixer tot een luchtige massa. Voeg de gepureerde sinaasappels en het in het bord opgevangen sap toe. Klop amandelen, suiker en bakpoeder erdoor. Blijf kloppen tot het beslag egaal is. Giet het beslag in de springvorm. Bak de cake een uur of iets langer, tot hij goudgeel is en stevig aanvoelt. Laat de cake afkoelen in de springvorm. Haal hem er dan uit en zet hem op een taartrooster. Bestrooi de cake voor het opdienen met gezeefde poedersuiker.
